Verzorgingen zonder doktersattest
Hygiënische zorgen
De basis van thuisverpleging is een goede hygiënische verzorging. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom u zelf niet meer kan instaan voor uw hygiënische zorgen:
- U heeft een tijdelijk probleem, bijvoorbeeld na een operatie
- U heeft een chronisch probleem zoals spierafname door leeftijd, verminderd gezichtsvermogen, ziekte, verminderde mobiliteit,…
- U heeft hulp nodig bij het wassen van uw rug en voeten, een douche of een bad nemen, uzelf aan te kleden,…
Wij maken gebruik van de derdebetalersregeling: dit houdt in dat we onze facturen rechtstreeks met de mutualiteit regelen. U hoeft voor ons dus geen geld in huis te halen!
Wondzorg
Een medisch voorschrift voor wondzorg door een verpleegkundige is niet meer noodzakelijk sinds 2022.
Uitzondering:
Hierop zijn de gerelateerde verpleegkundige prestaties die een B2-behandeling zijn en waarbij wel een medisch voorschrift noodzakelijk is (bv. verwijderen van hechtingsmateriaal).
Het RIZIV herdefinieerde de classificatie van wondzorg vanaf 1 december 2022 om beter te beantwoorden aan de realiteit op het terrein. De nieuwe nomenclatuur onderscheidt 5 types zorg inzake de behandeling van wonden:
- Verzorging van een geheelde stoma, zonder dat wondzorg noodzakelijk is.
- Eenvoudige wondzorg: het gaat om wonden waarvan het normale wondhelingsproces maximaal 14 dagen duurt en omvat alle wondzorg die niet onder het begrip “complexe wondzorg” valt.
- Complexe wondzorg: de verzorging van acute en chronische wonden die niet tot de eenvoudige wondzorg behoort, of die geëvolueerd is van eenvoudige naar complexe wondzorg, wat in het verpleegkundig dossier moet worden verantwoord. Daartoe behoren onder meer, maar niet exhaustief:
- de wondzorg met wiek of drain
- niet-geheelde stomata
- Bijkomende verstrekking complexe wondzorg: Complexe wondzorg waarbij de totale verzorgingsduur per verzorgingsdag 30 minuten of meer is.
- Toezicht op verband zonder verbandwissel. (verstrekking voordien genoemd “toezicht op wonde met bioactief verband”).
De verbandwissel in het kader van de katheterzorg valt onder de al bestaande verstrekking “plaatsen van en/of toezicht op de perfusies”.
Onze verpleegkundigen scholen zich continue bij, waardoor er ook enkele wondzorgkundigen in het team zitten. In overleg met huisartsen en specialisten proberen wij zo snel mogelijk tot een optimaal resultaat te komen.
Aanbrengen van oogdruppels/oogzalf zonder voorafgaande oogoperatie
Wanneer er geen oogoperatie staat gepland in de komende 30 dagen of een ingreep plaatsvond in de voorbije maand voorziet het RIZIV geen tegemoetkoming voor de verpleegkundigen. Vele teams zien zich daardoor genoodzaakt om, mede door de stijgende energie- en brandstofprijzen, geld aan te rekenen voor bezoeken. Wij hebben ervoor gekozen dit niet te doen maar zoeken mee naar de best mogelijke oplossingen.
Stoma
In de medische wereld gebruikt men het woord ‘stoma’ voor een kunstmatige opening in de buikwand voor de uitscheiding van urine of stoelgang.
Opgepast: In de onderstaande uitleg wordt gebruik gemaakt van afbeeldingen om de ligging van stomata aan te duiden.
Colostoma
Een stoma aangelegd op de dikke darm (=colon) noemen we een colostoma. De stoma kan blijvend of tijdelijk aangelegd worden, naargelang de onderliggende ziekteproblematiek.
De stoma kan eindstandig of dubbelloops aangelegd worden. De chirurg en de stomaverpleegkundige zullen je hierover meer informatie geven.
Een colonstoma kan op drie plaatsen liggen:
- Op het rechter/stijgend deel van de colon, waarbij de stoelgang nog redelijk vloeibaar is.
- Op het middelste/transversaal/dwars deel, waarbij de stoelgang meer ingedikt wordt.
- Op het linker/signoïd/dalend deel van de colon, waarbij de stoelgang vaster is. De stoelgang is vaster omdat het resterend deel van de colon langer is. Daardoor kan de colon zoveel mogelijk van zijn functie behouden, namelijk het onttrekken van water aan de stoelgang. Het is in dit gedeelte van de dikke darm waar het water onttrokken wordt uit de zich vormende ontlasting.


Ileostoma
Een stoma aangelegd op de dunne darm noemen we een ileostoma. Omdat de stoma aangelegd wordt op het ileum is er geen indikkingsfunctie van het colon meer.
De stoelgang evolueert van vloeibaar in aanvangsfase, naar een brijige ontlasting op middellange termijn.
Een ileostoma kan eindstandig of dubbelloops aangelegd worden. Een tijdelijke stoma die dubbelloops is aangelegd, is voorzien van twee openingen. Uit de ene opening komt dan de ontlasting, uit de andere wat slijm. Anderzijds kan een tijdelijke stoma ook enkelloops of eindstandig zijn. Wanneer de dikke darm niet wordt weggenomen, produceert deze gewoon verder darmslijm. Dit dikt in en kan bij bepaalde hoeveelheid een gevoel van ontlasting geven. Het slijm kan bruingeel of grijs zijn, en soms onaangenaam ruiken. Een permanente stoma of definitieve ileostoma wordt steeds enkelloops of eindstandig aangelegd. De chirurg en de stomaverpleegkundige zullen je hierover verdere uitleg geven.


- Een ileostoma kan definitief en eindstandig aangelegd worden als de volledige dikke darm (colon) omwille van ziekte verwijderd moet worden.
- Een dubbelloops stoma wordt meestal tijdelijk aangelegd ter bescherming van een lager gelegen hechtingsplaats (anastomose).
- Na genezing van het lager gelegen darmgedeelte kan later de stoma verwijderd worden.
Urostoma
Dit is een stoma waarbij de chirurg de blaas verwijdert en met behulp van een darmsegment uit de dunne darm (ileum) een stoma aanlegt op de rechteronderbuik.
De urineleiders worden op dit stuk ileum ingeplant waardoor de urine langs hier zal afvloeien.
Meer info kan u terugvinden via deze link.

Verzorgingen met doktersattest
Bloedafnames
Onze verpleegkundige Herman neemt alle bloedafnames voor zijn rekening. Bij afwezigheid springen andere collega’s in op basis van de woonplaats van de patiënt waarvoor de huisarts een bloedafname vraagt.
Inspuitingen
De meest voorkomende inspuitingen zijn:
Intraveneus
Dit wil zeggen: direct in de bloedbaan. Intraveneus betekent letterlijk in een ader (vene) en wordt meestal gebruikt in het kader van een toedieningsvorm van een geneesmiddel met behulp van een injectie direct in de ader: intraveneuze injectie. De biologische beschikbaarheid van de toegediende geneesmiddelen is daarmee meteen maximaal.
Ook het infuus is meestal een intraveneuze toedieningsvorm.
https://nl.wikipedia.org/wiki/intraveneus
Intramusculair
Dit wil zeggen: in het spierweefsel. Het begrip ‘intramusculair’ wordt met name gebruikt bij injecties. Veel geneesmiddelen en de meeste vaccins kunnen goed intramusculair worden toegediend. Omdat spierweefsel goed doorbloed is, wordt het middel, als het oplosbaar is, meestal snel opgenomen maar minder snel dan bij intraveneuze toediening.
Voor de intramusculaire toedieningswijze van medicijnen wordt vaak gekozen als ze niet oraal ingenomen kunnen worden omdat ze dan in het spijsverteringsstelsel zouden verteren en zo onwerkzaam zouden worden.
Bij mensen wordt een intramusculaire injectie bij voorkeur in een dikke spier gegeven en op zo’n plaats dat grote bloedvaten en zenuwbundels niet makkelijk kunnen worden geraakt. Spieren die hiervoor in aanmerking komen zijn onder andere:
musculus gluteus maximus (de grote bilspier, alleen in het buitenste bovenste kwadrant omdat daar de kans het kleinst is om een zenuw of groot bloedvat te raken).
musculus gluteus medius en de musculus gluteus minimus (middelste en kleinste bilspier).
musculus quadriceps femoris: ofwel in de musculus rectus femoris (de rechte dijspier), ofwel in de musculus vastus lateralis.
musculus deltoideus (de deltavormige spier in de bovenarm: dit is geen heel grote spier en dus alleen geschikt voor kleine hoeveelheden injectievloeistof, maar de meeste vaccins zijn maar 0.5 à 1 ml waarbij dit geen bezwaar is).
https://nl.wikipedia.org/wiki/intramusculair
Subcutaan
Dit wil zeggen: net onder de huid (Latijn: sub-: onder, cutis: huid). Is een injectie in het onderhuids weefsel. Hierbij wordt een stof langzaam in het bloed opgenomen. Er wordt gebruik gemaakt van een korte naald die geplaatst wordt in een plooi in de huid die met de vingers wordt gemaakt. De buik is hiervoor erg geschikt. Voorbeelden hiervan zijn de toediening van insuline door diabetici en de toediening van methotrexaat door mensen met reumatoïde artritis. Het volume van een subcutane injectie dient kleiner te zijn dan 2.0 ml in verband met het gevaar op lekkage naar buiten.
https://nl.wikipedia.org/wiki/subcutane_injectie
Intracutaan
Dit wil zeggen: in de huid. Wanneer een geneesmiddel of een behandeltechniek in de huid wordt toegepast, spreekt men van intracutaan. Zo is een intracutane injectie een injectie in de huid (dus niet door de huid in de weefsels eronder) en wordt (vooral in de verloskunde) soms ook wel intracutaan gehecht.
http://nl.wikipedia.org/wiki/cutaan#intracutaan
Aanbrengen van oogdruppels/oogzalf postoperatief
Het attesteren van ‘Aanbrengen van oogdruppels en/of oogzalf in de postoperatieve fase’ is aan enkele voorwaarden verbonden:
- De prestaties mogen maximum tot 30 dagen na de ingreep geattesteerd wordden. De dag van de ingreep is inbegrepen in deze 30 dagen.
- We mogen het voorschrift nooit langer dan 30 dagen inplannen.
- Heeft onze patiënt twee opeenvolgende operaties per oog? Dan kan je 2x 30 dagen aanrekenen.
- Er kan met geen enkele andere prestatie tijdens dezelfde zorgzitting gecumuleerd worden, met uitzondering van de basisverstrekking.
- We kunnen dit niet attesteren in de preoperatieve fase of in geval van een infectie zonder dat er een operatie aan voorafgegaan is.
Opgelet:
Laseroperaties worden niet gezien als een heelkundige ingreep. Het aanbrengen van oogdruppels na een laseroperatie wordt dan ook niet terugbetaald. Zie verzorgingen zonder doktersattest.
Klik hier voor meer info.
Compressietherapie
Compressietherapie betekent letterlijk ‘drukbelasting’. Het bestaat uit een aantal technieken waardoor de veneuze en lymfatische circulatie van de extremiteiten wordt verbeterd. In de praktijk wordt vaak gesproken van ambulante compressie, omdat het samengaan van de comprimerende werking van het aangelegde verband en de pompwerking van de spieren het beoogde resultaat tot stand brengt. Er is inzicht noodzakelijk in de materialen waarmee men compressietherapie kan uitvoeren. Vandaar dat informatie en advies belangrijk zijn om de patiënt kunnen motiveren tot educatie.
Zwachtelen of compressietherapie wordt toegepast bij:
- Gevolgen van onvoldoende werking van de bloedvaten (veneuze insufficiëntie).
- Vochtophoping (oedeem), ontstaan door slecht werkende aders, hartproblemen, wondroos of immobiliteit.
- Behandelen open beenwond (veneus ulcus cruris).
- Tegengaan van een “dikke arm” (lymfoedeem) na behandeling voor borstkanker.
- Voorkomen van trombose in de benen (diep veneuze trombose).
- Dichtspuiten spataderen (sclerocompressie).
Aanbrengen steunkousen
Compressiekousen, ook wel therapeutisch elastische kousen genoemd, kunnen een oplossing bieden indien u last heeft van zware oedeemvorming, spataders, voor en na aderoperaties, tintelingen, krampen, vochtophoping of zware vermoeide benen. Door van buitenaf druk uit te oefenen
- worden bloedvaten ondersteund
- verbetert de bloedsdoorstroming
- wordt vocht beter afgevoerd
Compressiekousen of therapeutische elastische steunkousen geven niet overal evenveel druk. De druk is het grootst bij de enkel en neemt geleidelijk aan af naar boven toe, zodat vocht en afvalstoffen beter afgevoerd kunnen worden. Om de juiste maat en correcte druk te verkrijgen, moeten compressiekousen opgemeten worden. Naargelang de hoeveelheid compressie worden de kousen onderverdeeld in verschillende klassen.
Wie zelf al probeerde om dergelijke kousen aan te trekken, weet dat dit echt een huzarenstukje kan zijn, afhankelijk van de compressieklasse. Wij komen met veel plezier langs om de kousen aan te trekken zoals we het in onze opleidingen leerden.
Aanbrengen van zalven of geneeskrachtige producten
Ook het aanbrengen van zalven is op voorschrift van de arts, uiteraard wrijven wij met veel plezier lotion tegen huidveroudering, -uitdroging en rimpeltjes na de hygiënische zorgen. We bedoelen hier dan ook eerder de medicinale zalven tegen bijvoorbeeld Psoriasis, eczeem en andere huidaandoeningen.
Aspiratie van secreties
Wanneer een persoon erg verzwakt is, of wanneer de secreties te taai zijn, kan het zijn dat er onvoldoende hoestkracht is om de secreties tot in de mond te krijgen. Deze personen kan je helpen door de bovenste luchtwegen te aspireren.
Onderstaand filmpje toont hoe de aspiratie via de mond verloopt:
Secretie-aspirators zijn verzorgingsapparaten die worden gebruikt voor het verwijderen van obstructies uit de luchtwegen van een persoon. Het apparaat gebruikt zuigkracht om slijm, speeksel, bloed, afscheidingen of andere vloeistoffen uit de luchtweg te zuigen voor een gemakkelijke ademhaling.
Pompen en sondes
Plaatsen van een maagsonde
Een maagsonde is een slangetje dat via de neus of de mond door de slokdarm in de maag wordt ingebracht en dient meestal om sondevoeding te kunnen toedienen. Dit geldt vooral voor patiënten aan de beademing die vanwege het beademingsbuisje (tube) niet normaal kunnen eten en drinken. Ook niet-beademde patiënten worden regelmatig via een maagsonde gevoed, bijvoorbeeld bij slikproblemen of bij ernstige zwakte. Naast voeding kan ook medicatie via de sonde worden toegediend. Een andere reden om een sonde in de maag in te brengen kan zijn om maag- en darmsappen af te voeren als de darmen niet goed werken.
Voeding toedienen via een maagsonde
Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje direct in de maag of in de darm komt. In sondevoeding zit vocht, energie en alle voedingsstoffen die je dagelijks nodig hebt, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Sondevoeding kan het gewone eten voor een deel of helemaal vervangen.
Waarom sondevoeding?
Mensen krijgen om verschillende redenen sondevoeding. Soms lukt het niet om goed te eten. Je kunt bijvoorbeeld erg ziek of misselijk zijn. Soms mag je (tijdelijk) niet meer eten en drinken, bijvoorbeeld als slikken niet veilig is omdat je je verslikt. Als je niet goed kunt eten, krijg je te weinig voedingsstoffen en energie binnen. Daardoor kun je klachten zoals vermoeidheid krijgen. Hierdoor kun je de behandeling minder goed aan. Sondevoeding kan er dan voor zorgen dat je toch alle voedingsstoffen binnenkrijgt. Wij helpen jou hier graag samen met een team van multidisciplinaire actoren zodat de sondevoeding zo probleemloos mogelijk verloopt! Zo kunnen de uren worden afgestemd op jouw leefgewoonten, evenals het aantal bezoeken.
Verschillende soorten sondes
- Neusmaagsonde
Bij een neusmaagsonde gaat er een slangetje via de neus, keel en slokdarm rechtstreeks naar de maag. Deze sonde moet elke zes weken verwisseld worden. Een neusmaagsonde wordt vaak gekozen als de sondevoeding voor een kortere tijd nodig is. - Neusdarmsonde
Soms is het beter dat de sondevoeding rechtstreeks in de darmen komt. Dan gaat het slangetje via de neus, keel, slokdarm en maag rechtstreeks naar de darm. Ook deze sonde moet elke zes weken worden verwisseld. - PEG-sonde
Bij een PEG-sonde (Percutane Endoscopische Gastronomie sonde) wordt een slangetje direct via de buikwand op de maag aangesloten. Hiervoor is een kleine operatie nodig. Deze sonde wordt gekozen als een sonde via de neus niet mogelijk is of als je voor lange tijd sondevoeding nodig hebt.
Soorten sondevoeding
Er zijn veel soorten sondevoeding. De diëtist zal bekijken welke soort voor jou het beste is. Dit is onder andere afhankelijk van je gewicht en hoeveel calorieën en voedingsstoffen je nodig hebt. Omdat de voeding niet in je mond komt, zal je weinig van de voeding proeven. Er zijn daarom geen verschillende smaken.
De hoeveelheid sondevoeding
Sondevoeding wordt vaak in stappen opgebouwd tot de benodigde hoeveelheid is bereikt. Dit is vooral belangrijk als iemand lang niet of weinig heeft gegeten. Dan is er namelijk risico op het ‘refeeding-syndroom’. In dat geval wordt er meestal de eerste dagen bloed geprikt om te kunnen bepalen of het lichaam de sondevoeding aan kan.
Wanneer je weer voldoende zelf kan en mag eten, wordt er een afbouwschema gemaakt om weer rustig te wennen aan gewone voeding. Als het mogelijk is, blijf je tijdens de periode van sondevoeding ook drinken of vloeibare voeding nemen en soms ook vaste voeding. Dit zorgt er namelijk voor dat je jouw slikspieren blijft gebruiken. Hierdoor zal het herstel naar gewone voeding beter gaan.
Porties of continue sondevoeding
De sondevoeding kan een aantal keren per dag met een spuit in de sonde worden gespoten. Ook kun je porties geven met een pomp. Porties zijn alleen mogelijk als een sonde in de maag ligt.
Daarnaast bestaat er continue toediening. Hierbij krijg je gedurende langere tijd achter elkaar sondevoeding, bijvoorbeeld de hele dag en/of nacht. Een combinatie van zowel portie- als een continue toediening is ook mogelijk.
Sondevoeding in het ziekenhuis of thuis
Sondevoeding wordt bijna altijd gestart in het ziekenhuis. Dit kan zowel tijdens een (dag)opname of op de polikliniek zijn. Er kan na ontslag uit het ziekenhuis thuis worden doorgegaan met de sondevoeding. In de meeste gevallen wordt de thuiszorg ingeschakeld om te helpen, bijvoorbeeld bij het wisselen van de sonde of wondzorg in geval van een PEG-sonde.
Toediening van transparanterale voeding (TPN)
Parenterale voeding bestaat uit de directe toediening van energetische voeding via de anders, samengesteld uit verschillende componenten. Deze vloeistoffen passeren dus niet het normaal maag-darmstelsel maar wordt meteen opgenomen in de bloedbaan.
Plaatsen van en toezicht houden op de medicatie-/pijnpomp
Gerichte toediening van medicatie met behulp van een medicatiepomp is een veilige en continue buffer tegen pijn. Zowel chronische patiënten als patiënten in een laatste stadium van hun leven kunnen hier erg veel baat bij hebben. De pompen die wij het meest gebruiken zijn de graseby- en micrellpompen. Deze worden subcutaan geplaatst en worden om de 12 of 48 uur bijgevuld.
Soms komt er een chronische pijnpatiënt uit het ziekenhuis met een medicatiepomp die intrathecaal geplaatst werd (ruimte rond het ruggenmerg), dit komt echter minder vaak voor. Bij deze patiënten nemen we contact op met het ziekenhuis zodat we dezelfde protocollen kunnen aanhouden en duidelijke contacten hebben binnen de dienst in het geval van vragen of problemen. Communicatie is heel belangrijk bij patiënten met een pompje. Om de pijn onder controle te krijgen, wordt deze veelvuldig bevraagd en zo nodig kan de dosis worden aangepast door de huisarts of specialist.
Blaassondage
Een blaassondage is het kunstmatig ledigen van de blaas door het inbrengen van een katheter via de urethra. Aangezien er tal van soorten sondes bestaan (kathetertip, ronde tip, silicone, rubber, Foley, Tiemann, Folysil, om nog maar te zwijgen over de breedte van de sondes) vragen wij steeds aan de voorschrijvende arts om de sondes voor te schrijven. Uiteraard hebben wij wel mannen- en vrouwensondes voor eenmalig gebruik bij voor noodgevallen.
Blaasspoeling
Blaasspoelingen helpen om de beschermlaag van de blaas te herstellen. Ze verminderen de pijnklachten in de onderbuik, blaas en/of urineleider. Ze kunnen ook de kans op blaasontstekingen verkleinen en we gebruiken ze om schade aan de blaas na bestraling te herstellen of om klachten van een overactieve blaas te verminderen.
Het slijmvlies van de blaaswand bevat een laag die bescherming biedt tegen bepaalde moleculen die zich in de urine bevinden en irritatie kunnen geven. Dit noemt men de glycosaminoglycanlaag. Blaasspoelingen helpen om de beschermlaag van de blaas te herstellen. Ze verminderen de pijnklachten in de onderbuik, blaas en/of urineleider. Ze kunnen ook de kans op blaasontstekingen verkleinen. Verder gebruiken we spoelingen om schade aan de blaas na bestraling te herstellen of om klachten van een overactieve blaas te verminderen.
De uroloog maakt samen met jou een schema op voor spoelingen. Meestal is de frequentie:
- één spoeling per week in de eerste maand
- één spoeling elke twee weken in de tweede maand
- één spoeling per maand in de volgende maanden tot de symptomen goed onder controle zijn.
https://www.azstlucas.be/onderzoek-en-behandelingen/blaasspoeling
In overleg met de specialist/huisarts kunnen deze spoelingen door ons worden uitgevoerd. We spreken een dag en richtuur af dat voor u het beste uitkomt. Hierdoor moet u niet steeds de verplaatsing van en naar een ziekenhuis te doen.
Verzorgen en vervangen van suprapubissonde
Een suprapubische sonde is een blaassonde die onder lokale verdoving wordt geplaatst via een kleine insnede (< 1cm) in de buikwand, vlak boven het schaambeen. Door het gaatje in de buik wordt de sonde rechtstreeks in de blaas geplaatst en op zijn plaats gebouden door een ballonnetje.
Redenen voor het plaatsen van de suprapubische sonde
Er kunnen verschillende redenen zijn om een suprapubische katheter te plaatsen:
- postoperatieve problemen met plassen (urineretentie)
- een prostaatvergroting waardoor je niet meer spontaan kan plassen, met als gevolg dat je blaas overvol raakt (urineretentie)
- ter vervanging van een transurethrale katheter die na enige tijd irritatie kan veroorzaken
- incontinentie (ongewild urineverlies)
De suprapubische katheter kan afgeklemd worden zodat we kunnen opvolgen of je na een tijdje terug spontaan kan plassen.
Als de katheter blijvend is, moet je die om de zes weken verwisselen. Als de katheter regelmatig verstopt, kan de verwisseling sneller gebeuren.
Klaarzetten van medicatie
Bij bepaalde ziektebeelden of gewoonweg ouder worden, neemt het aantal in te nemen medicijnen vaak toe. Op den duur zie je door het bos de bomen niet meer of kan men gaan twijfelen of alles wel correct wordt genomen. Onze verpleegkundigen assisteren u graag bij deze taak. Aan de hand van een correct medicatieschema dat we verwerven via uw arts kunnen wij de medicatie klaarleggen in een weekplanner. Dit is een box bestaande uit de zeven dagen van de week, onderverdeeld in 4 vakjes (ochtend – middag – namiddag – avondmedicatie). Eenmaal per week wordt deze box aangevuld. Indien er meer toezicht nodig is, kunnen we gebruik maken van een medicatiekluis, waarbij de patiënt zelf niet op de hoogte is van de code. In onderlinge afspraak kan dan worden besloten om tijdens de ochtendverzorging het doosje voor een hele dag uit te zetten, of op verschillende verzorgingsmomenten het doosje uit te halen en de medicatie onder toezicht te laten innemen.


Thuisdialyse (Home Choice of Peritoneale dialyse)
Als de nieren minder goed werken, dan spreken we van nierfalen (of nierinsufficiëntie). Daardoor ontstaat er een ophoping van vocht en afvalstoffen. De bloeddruk geraakt ontregeld. Er kan bloedarmoede ontstaan door een verminderde aanmaak van EPO en botontkalking door een ontregelde opname van calcium. Het bloed kan verzuren. De dialysebehandeling zorgt ervoor dat een deel van de afvalstoffen en het overtollig vocht verwijderd worden. De andere functies van de nier worden zo goed mogelijk met medicatie onder controle gehouden. De symptomen van nierfalen ontstaan vaak zeer langzaam en zijn vaag.
Enkele symptomen kunnen zijn:
- een gereduceerde hoeveelheid urine
- gewollen handen, benen en voeten
- kortademigheid
- slaapstoornissen, concentratiestoornissen
- vieze smaak in de mond, verlies van eetlust, misselijkheid/braken
- hoge bloeddruk
- gevoel van koude en vermoeidheid
- jeuk, spierkrampen
Als de nierfunctie verder achteruitgaat (< 10%) en u krijgt klachten of u stapelt te veel water op, moet er met nierfunctievervangende therapie gestart worden.
Wanneer er therapie wordt opgestart, kan u als patiënt de keuze maken: een aantal keer per week de verplaatsing naar het ziekenhuis maken of opteren voor een peritoneale dialyse thuis. Opgelet: voor de thuisdialyse moeten er een aantal voorwaarden worden voldaan! Neem voor meer informatie contact met ons op.